Vóór Windows Vista konden verschillende software -opties computers met elkaar verbinding maken. Hier zijn een paar belangrijke voorbeelden, afhankelijk van het type verbinding:
Voor directe kabelverbindingen:
* Directe kabelverbinding: Met deze ingebouwde Windows-functie (aanwezig sinds Windows 95) kon twee pc's direct verbinding maken met een seriële kabel (nulmodemkabel) of een parallelle kabel.
* laplink (en soortgelijke software van derden): Bood meer functies dan directe kabelverbinding, vaak inclusief snellere bestandsoverdrachten en de mogelijkheid om de ene computer van de andere te besturen.
Voor netwerkverbindingen:
* netbeui: Een eenvoudig netwerkprotocol dat vaak wordt gebruikt in kleine thuis- en kantoornetwerken. Het vereiste geen complexe configuratie zoals TCP/IP.
* nwlink (ipx/spx): Voornamelijk gebruikt in Novell Netware -netwerken, maar werd ook ondersteund door Windows voor compatibiliteit.
* tcp/ip: De basis van het moderne internet. Het was aanwezig in pre-Vista-versies van Windows, maar vereiste vaak meer handmatige configuratie.
Dial-up Networking:
* Windows Dial-Up Networking: Voeg aan verbindingen met andere computers of netwerken toe met behulp van een modem en een telefoonlijn. Dit was essentieel voor internettoegang voordat breedband wijdverbreid werd.
Andere opmerkelijke software:
* Remote Desktop Connection (voorheen Terminal Services): Gebruikers toegestaan om op afstand een andere Windows -computer op hetzelfde netwerk of via internet te besturen.
* pc overal en andere afstandsbedieningssoftware: Verstrekt externe toegang en besturingselement vergelijkbaar met externe desktopverbinding, vaak met extra functies.
Belangrijke opmerking:
Pre-Vista Windows-versies vertrouwden vaak op deze verschillende protocollen en verbindingsmethoden, waardoor netwerken complexer zijn dan in latere Windows-versies. Vista introduceerde belangrijke wijzigingen in netwerken, waaronder vereenvoudigde netwerkopstelling en een grotere focus op TCP/IP. |