1. Tekstverwerkers worden gebruikt om tekstdocumenten te maken en te bewerken. Ze omvatten functies zoals spellingcontrole, grammaticacontrole en opmaakopties.
2. Spreadsheets worden gebruikt om numerieke gegevens te creëren en te bewerken. Ze omvatten functies zoals formules, functies en diagramopties.
3. Presentatiesoftware wordt gebruikt om presentaties te maken en te geven. Ze bevatten functies zoals diavoorstellingen, animaties en overgangen.
4. Databasesoftware wordt gebruikt om gegevens op te slaan en te beheren. Ze omvatten functies zoals gegevensinvoer, het ophalen van gegevens en rapportage.
5. Webbrowsers worden gebruikt om toegang te krijgen tot internet. Ze omvatten functies zoals browsen met tabbladen, bladwijzers en geschiedenis. |