Opdrachtregelinterface (CLI)
Een opdrachtregelinterface (CLI) is een op tekst gebaseerde gebruikersinterface (UI) waarmee gebruikers met een computer kunnen communiceren door opdrachten te typen. CLI's worden vaak gebruikt door systeembeheerders en ontwikkelaars om systemen te beheren en configureren, maar ze kunnen ook door eindgebruikers worden gebruikt om allerlei taken uit te voeren, zoals het bladeren door bestanden, het bewerken van tekst en het uitvoeren van programma's.
CLI's bestaan doorgaans uit een tekstinvoergebied waar gebruikers opdrachten kunnen typen, en een tekstuitvoergebied waar de resultaten van opdrachten worden weergegeven. Het formaat van de opdrachten varieert afhankelijk van het besturingssysteem en de shell die wordt gebruikt. In de UNIX- en Linux-besturingssystemen worden opdrachten bijvoorbeeld doorgaans in de volgende indeling ingevoerd:
```
commando [opties] [argumenten]
```
waarbij 'commando' de naam van het commando is, worden 'opties' gebruikt om het gedrag van het commando te wijzigen, en worden 'argumenten' gebruikt om de doelen van het commando te specificeren.
Grafische gebruikersinterface (GUI)
Een grafische gebruikersinterface (GUI) is een type gebruikersinterface dat gebruikmaakt van grafische elementen, zoals pictogrammen, menu's en knoppen, zodat gebruikers met een computer kunnen communiceren. GUI's zijn gebruiksvriendelijker dan CLI's en worden daarom vaker gebruikt door eindgebruikers.
Met een GUI kunnen gebruikers door een programma navigeren door op knoppen en menu's te klikken, en kunnen ze opties selecteren door op pictogrammen te klikken. GUI's bieden ook vaak visuele feedback, zoals geanimeerde overgangen en foutmeldingen, waardoor gebruikers kunnen begrijpen wat er gebeurt en effectiever met het programma kunnen communiceren. |