Volg deze stappen om de AutoCorrectie-instellingen in Microsoft Word aan te passen:
1. Open Microsoft Word op uw computer.
2. Klik op het tabblad "Bestand" in de linkerbovenhoek van het Word-venster.
3. Selecteer "Opties" in het menu aan de linkerkant.
4. Klik in het dialoogvenster "Word-opties" op het gedeelte "Proofing".
5. Klik op de knop "AutoCorrectie-opties" onder het gedeelte "AutoCorrectie-opties".
6. Het dialoogvenster "AutoCorrectie" verschijnt. Hier kunt u verschillende AutoCorrectie-instellingen aanpassen:
- Op het tabblad 'AutoCorrectie' kunt u specifieke AutoCorrectie-functies in- of uitschakelen, zoals het automatisch in hoofdletters zetten van de eerste letter van zinnen of het corrigeren van typefouten terwijl u typt.
- Op het tabblad "Uitzonderingen" kunt u woorden toevoegen waarvan u niet wilt dat AutoCorrectie deze wijzigt, of opgeven wanneer AutoCorrectie niet mag worden toegepast (bijvoorbeeld bij het typen van webadressen of e-mailadressen).
- Op het tabblad 'AutoOpmaak terwijl u typt' kunt u instellingen aanpassen die verband houden met automatische opmaak, zoals het vervangen van rechte aanhalingstekens door gekrulde aanhalingstekens of het converteren van datums en tijden naar specifieke notaties.
- Op het tabblad "Proofing" kunt u de opties "Woorden automatisch in hoofdletters omzetten" en "Automatisch suggesties van de spellingcontrole gebruiken" aanvinken op basis van uw voorkeur.
7. Nadat u de gewenste wijzigingen heeft aangebracht, klikt u op de knop "OK" om de nieuwe AutoCorrectie-instellingen toe te passen.
Deze stappen kunnen enigszins variëren, afhankelijk van de versie van Microsoft Word die u gebruikt. |