Er zijn een paar manieren om te weten welke cel je werkt in Excel:
1. De adresbalk:
* Dit is de meest directe manier. Kijk in de linkerbovenhoek van uw Excel -venster. De adresbalk geeft het adres van de huidige cel weer, zoals "A1", "C5" of "Z100".
2. De actieve cel:
* De actieve cel is de cel die momenteel is geselecteerd en klaar is om gegevens te ontvangen. Het zal altijd worden omringd door een zwarte grens.
3. Navigatietoetsen:
* Door de pijltoetsen (omhoog, omlaag, links, rechts) te drukken, wordt u naar de aangrenzende cellen verplaatst en de adresbalk wordt bijgewerkt om uw nieuwe locatie weer te geven.
4. Muisklik:
* Als u op een cel met uw muis klikt, selecteert u deze onmiddellijk en maakt u deze de actieve cel. De adresbalk geeft het adres van de geselecteerde cel weer.
5. Celselectie:
* Als u een reeks cellen selecteert door uw muis te slepen, toont de adresbalk de start- en eindcel van het geselecteerde bereik, zoals "A1:C5".
6. De functie "Go to" gebruiken:
* Druk op Ctrl + G (of f5 ) Om het dialoogvenster Go to Open te openen. U kunt een specifieke celreferentie (bijv. "A10") typen of de speciale referenties zoals "Sheet1! A1" gebruiken om naar een cel in een specifiek blad te springen.
Vergeet niet dat het kennen van uw huidige cel cruciaal is voor efficiënte gegevensinvoer en manipulatie in Excel. |