De actie van het plaatsen van celinhoud die naar een andere locatie op het klembord is verplaatst, wordt "plakken" genoemd.
Wanneer u celinhoud kopieert of knipt, wordt deze opgeslagen op het klembord, een tijdelijke opslaglocatie in het geheugen van uw computer. U kunt deze inhoud vervolgens op een andere locatie plakken door de cel of cellen te selecteren waarin u wilt plakken en vervolgens de opdracht Plakken te gebruiken.
Er zijn verschillende manieren om inhoud in Excel te plakken:
* Ctrl+V: Dit is de standaard sneltoets voor plakken.
* Klik met de rechtermuisknop>
Plakken: U kunt ook met de rechtermuisknop klikken op de cel of cellen waarin u wilt plakken en 'Plakken' selecteren in het contextmenu.
* Tabblad Start> Plakken: Op het tabblad Start van het Excel-lint kunt u op de knop "Plakken" klikken om het dialoogvenster Plakopties te openen. Hierdoor kunt u kiezen hoe u de inhoud wilt plakken, bijvoorbeeld of u de oorspronkelijke opmaak wilt behouden of de opmaak wilt samenvoegen met de doelcellen.
Bij het plakken van inhoud kunt u ook de volgende opties gebruiken:
* Plakken speciaal: Met de opdracht Plakken speciaal kunt u kiezen hoe u de inhoud plakt, bijvoorbeeld of u alleen de waarden, de opmaak of beide wilt plakken.
* Link plakken: Met de opdracht Koppeling plakken wordt een koppeling gemaakt tussen de oorspronkelijke cel of cellen en de geplakte cellen, zodat eventuele wijzigingen in de oorspronkelijke cellen automatisch worden weerspiegeld in de geplakte cellen.
* Afbeelding plakken: Met de opdracht Afbeelding plakken kunt u de inhoud als afbeelding plakken, in plaats van als bewerkbare tekst of waarden. |