Om een waarde die in een andere cel is ingevoerd van zichzelf af te trekken, kunt u de formule "=A1-B1" gebruiken, waarbij "A1" de cel is die de waarde bevat waarvan u wilt aftrekken, en "B1" de cel is die de waarde bevat die u wilt aftrekken. willen aftrekken. Als cel A1 bijvoorbeeld de waarde 10 bevat en cel B1 de waarde 5, retourneert de formule "=A1-B1" de waarde 5.
Hier zijn de stappen om deze formule te maken:
1. Open het Excel-werkblad waarin u de formule wilt maken.
2. Klik op de cel waarin u het resultaat wilt weergeven.
3. Typ de volgende formule in de formulebalk:"=A1-B1", waarbij "A1" de cel is met de waarde waarvan u wilt aftrekken, en "B1" de cel is met de waarde die u wilt aftrekken.
4. Druk op de Enter-toets.
De formule berekent het verschil tussen de twee waarden en geeft het resultaat weer in de geselecteerde cel. |