De MODE-functie in Excel berekent de meest voorkomende waarde in een dataset. Er wordt geen rekening gehouden met dubbele waarden bij het bepalen van de modus, en er kunnen meerdere modi worden geretourneerd als meerdere waarden even vaak voorkomen.
Syntaxis
```
MODUS(getal1, getal2, ...)
```
Argumenten
* nummer1, nummer2, ... :de waarden of waardenbereiken waarvoor u de modus wilt vinden. Er kunnen maximaal 255 argumenten worden opgegeven.
Retourwaarde
De modus van de opgegeven waarden. Als er geen modus is, retourneert MODE de fout #N/B.
Voorbeeld
In het volgende voorbeeld wordt de MODE-functie gebruikt om de modus van de waarden in het bereik A1:A10 te vinden.
```
=MODE(A1:A10)
```
Als de waarden in A1:A10 1, 2, 3, 3, 4, 5, 5, 5, 6 en 7 zijn, retourneert de functie 5 als modus.
Opmerkingen
* De MODE-functie negeert lege cellen en foutwaarden.
* Als de dataset slechts één unieke waarde bevat, retourneert de MODE-functie die waarde als modus.
* Als de dataset meerdere waarden bevat die even vaak voorkomen, retourneert de MODE-functie de kleinste van die waarden als modus.
* De MODE-functie wordt niet beïnvloed door de landinstellingen van uw computer.
* De MODE-functie is een vluchtige functie, wat betekent dat deze elke keer dat het werkblad verandert, opnieuw wordt berekend. |