Wanneer Microsoft Excel opstart, heet het standaardvenster dat wordt weergegeven de Excel-werkmap. Het bestaat uit een blanco spreadsheet verdeeld in rijen en kolommen, waarbij cellen het snijpunt van rijen en kolommen vertegenwoordigen. De actieve cel wordt aangegeven door een gemarkeerde rand en u kunt gegevens, formules of tekst in de actieve cel invoeren. Elke werkmap bevat meerdere werkbladen of bladen, die vergelijkbaar zijn met afzonderlijke pagina's in hetzelfde document. U kunt nieuwe werkbladen maken, de naam ervan wijzigen en ertussen schakelen met behulp van de bladnavigatieknoppen onder aan het Excel-venster. |