Er zijn vijf uitlijningsopties in Microsoft Excel, niet drie.
1. Links uitlijnen :Lijnt de gegevens uit op de linkerkant van de cel.
2. Gecentreerd uitlijnen :Lijnt de gegevens uit in het midden van de cel.
3. Rechts uitlijnen :lijnt de gegevens uit aan de rechterkant van de cel.
4. Boven uitlijnen :Lijnt de gegevens uit op de bovenkant van de cel.
5. Onder uitlijnen :Lijnt de gegevens uit op de onderkant van de cel.
Om een uitlijningsoptie toe te passen, selecteert u de cel of het celbereik dat u wilt uitlijnen en klikt u vervolgens op de uitlijningsknop in de werkbalk. U kunt ook met de rechtermuisknop op de geselecteerde cel of celbereik klikken en de gewenste uitlijningsoptie selecteren in het contextmenu. |