Als u een cel met een formule leeg wilt laten totdat er gegevens zijn ingevoerd, kunt u de functie ALS. De functie IFERROR controleert op een fout en retourneert een opgegeven waarde als er een fout optreedt. In dit geval kunt u de functie ALS.FOUT gebruiken om een lege cel te retourneren als de cel leeg is.
Hier is een voorbeeld van hoe u de ALS-functie kunt gebruiken om een cel leeg te laten totdat er gegevens zijn ingevoerd:
```
=IFOUT(A1/B1,"")
```
In dit voorbeeld retourneert de formule in cel C1 het resultaat van het delen van de waarde in cel A1 door de waarde in cel B1. Als cel A1 of B1 leeg is, retourneert de formule een lege cel.
U kunt ook de ALS-functie gebruiken om een cel leeg te laten totdat er gegevens zijn ingevoerd. De ALS-functie controleert op een voorwaarde en retourneert één waarde als de voorwaarde waar is, en een andere waarde als de voorwaarde onwaar is. In dit geval kunt u de ALS-functie gebruiken om een lege cel te retourneren als de cel leeg is.
Hier is een voorbeeld van hoe u de ALS-functie kunt gebruiken om een cel leeg te laten totdat er gegevens zijn ingevoerd:
```
=ALS(A1="","",A1/B1)
```
In dit voorbeeld retourneert de formule in cel C1 het resultaat van het delen van de waarde in cel A1 door de waarde in cel B1. Als cel A1 leeg is, retourneert de formule een lege cel.
De functies IFERROR en IF zijn beide handig om cellen leeg te laten totdat er gegevens zijn ingevoerd. De IFERROR-functie is robuuster omdat deze andere fouten dan lege cellen kan verwerken, zoals #DIV/0! fouten. De ALS-functie is eenvoudiger te gebruiken en is voldoende als u alleen op lege cellen hoeft te controleren. |