Dit is een beetje een misverstand over hoe software op een netwerk werkt. Hier is de uitsplitsing:
Het client-server-model en softwareverdeling
* client: De clientcomputer (uw laptop, desktop) is degene die het verzoek indient.
* server: De server is een krachtige computer die bronnen en services bevat die klanten kunnen gebruiken. In dit geval "levert" de server de software niet.
Hoe Microsoft Office 2010 werkt
1. Installatie: Microsoft Office 2010 is direct op de clientcomputer geïnstalleerd.
2. Activering: Het installatieproces kan activering omvatten, die meestal verbinding maakt met Microsoft -servers om de softwarelicentie te verifiëren.
3. Office gebruiken: Wanneer u een kantoortoepassing stelt (Word, Excel, etc.), wordt deze rechtstreeks op uw clientcomputer uitgevoerd, niet op de server.
Netwerkrol
* Bestandsuitwisseling: Netwerken vergemakkelijken het delen van bestanden tussen computers. Dit betekent dat u kantoorsjablonen of documenten op een gedeelde netwerklocatie kunt opslaan en toegang kunt krijgen tot meerdere computers.
* Samenwerking: Netwerkconnectiviteit maakt samenwerkingsfuncties binnen kantoorapplicaties mogelijk, zoals realtime co-auteur van documenten.
* afdrukken: Netwerkprinters kunnen worden gedeeld op meerdere computers.
Sleutelpunt: De server levert de kantoorsoftware niet aan uw computer; Het is lokaal geïnstalleerd op de clientmachines. De rol van de server is om bronnen en services te bieden waarmee de software efficiënt kan functioneren in een netwerkomgeving. |