MS-DOS-functies:
- Opdrachtregelinterface (CLI): MS-DOS maakt gebruik van een op tekst gebaseerde CLI waarbij gebruikers opdrachten typen om verschillende taken uit te voeren. Deze interface vereist dat gebruikers opdrachten en hun syntaxis onthouden, waardoor deze minder gebruiksvriendelijk is in vergelijking met moderne grafische gebruikersinterfaces (GUI's).
- Bestandsbeheer: MS-DOS biedt basismogelijkheden voor bestandsbeheer. Gebruikers kunnen bestanden maken, verwijderen, hernoemen, kopiëren en verplaatsen. Het ondersteunt een hiërarchisch bestandssysteem, waardoor gebruikers bestanden in mappen (mappen) kunnen ordenen.
- Schijfbeheer: Met MS-DOS kunnen gebruikers schijfstations en partities beheren. Ze kunnen schijven formatteren, partities maken en verwijderen en stationsletters toewijzen.
- Basis invoer/uitvoersysteem (BIOS): MS-DOS vertrouwt op BIOS voor hardware-interactie. BIOS is een firmware die de hardware van de computer initialiseert tijdens het opstartproces en toegang op laag niveau tot hardwarecomponenten biedt.
- Batchbestanden: MS-DOS introduceerde het concept van batchbestanden (.BAT-bestanden). Deze bestanden bevatten een reeks opdrachten die opeenvolgend kunnen worden uitgevoerd wanneer het batchbestand wordt uitgevoerd. Batchbestanden automatiseren repetitieve taken en vereenvoudigen complexe bewerkingen.
- Tekstbewerking: MS-DOS bevat een eenvoudige teksteditor genaamd EDLIN. Met deze teksteditor kunnen gebruikers tekstbestanden maken en wijzigen, hoewel deze de functies en mogelijkheden van moderne tekstverwerkers mist.
- Geheugenbeheer: MS-DOS maakt gebruik van een primitief geheugenbeheersysteem. Het verdeelt het geheugen in segmenten en alinea's en maakt gebruik van een swapping-mechanisme om programma's indien nodig uit het geheugen te laden en te verwijderen.
- Echte modusbediening: MS-DOS werkt in de echte modus, wat betekent dat het directe toegang heeft tot de onderliggende hardware zonder de bescherming of multitasking-mogelijkheden van besturingssystemen die de beschermde modus ondersteunen.
- Beperkte multitasking: MS-DOS ondersteunt geen echte multitasking, maar het staat bepaalde vormen van "quasi-multitasking" toe door het gebruik van residente programma's en geheugenresidente hulpprogramma's. Deze programma's kunnen in het geheugen blijven en indien nodig worden geactiveerd.
- Beperkte netwerkondersteuning: MS-DOS heeft beperkte ingebouwde netwerkmogelijkheden en ondersteunt voornamelijk peer-to-peer-netwerken via protocollen zoals NetBIOS en IPX/SPX. Deze functies maken het delen van bestanden en basisnetwerkconnectiviteit mogelijk. |