Er zijn verschillende manieren om een transparante afbeelding onder een niet-transparante afbeelding in GIMP te plaatsen:
Methode 1:Lagen gebruiken
Dit is de meest eenvoudige en aanbevolen methode:
1. Open beide afbeeldingen: Open uw transparante afbeelding (degene die u eronder wilt hebben) en uw niet-transparante afbeelding (degene die u bovenaan wilt hebben) in GIMP.
2. Maak een nieuwe afbeelding: Maak een nieuwe afbeelding (Bestand> Nieuw) met afmetingen die groot genoeg zijn om beide afbeeldingen te bevatten. U kunt de afmetingen van de grotere afbeelding als uitgangspunt gebruiken.
3. Slepen en neerzetten: Sleep beide afbeeldingen naar het nieuw gemaakte afbeeldingsvenster. Ze verschijnen elk als een afzonderlijke laag.
4. Lagen rangschikken: Sleep in het deelvenster Lagen (Venster> Dockbare dialoogvensters> Lagen) de laag met de transparante afbeelding onder de laag met de niet-transparante afbeelding. De transparante delen van de onderste laag zullen nu door de bovenste laag heen zichtbaar zijn.
Methode 2:de functie 'Nieuw van zichtbaar' gebruiken (als afbeeldingen al zijn gecombineerd)
Als je de afbeeldingen al op de een of andere manier hebt samengevoegd of gecombineerd, en de bovenste afbeelding verbergt de transparantie, dan kun je de transparantie als volgt herstellen:
1. Selecteer de bovenste afbeeldingslaag: Selecteer de laag met de niet-transparante afbeelding in uw deelvenster Lagen.
2. Maak een nieuwe afbeelding uit de selectie: Laag> Nieuw van zichtbaar. Hierdoor wordt een nieuwe afbeelding gemaakt met alleen wat zichtbaar is (de niet-transparante afbeelding). Deze wordt automatisch bovenaan geplaatst.
3. Maak een nieuwe afbeelding met het juiste formaat: Maak een nieuwe afbeelding die groot genoeg is om de eerder gemaakte afbeelding en de transparantie te huisvesten.
4. Open de originele afbeelding: Open het originele afbeeldingsbestand dat beide bevatte.
5. Verplaats de lagen: Sleep zowel de nieuw gemaakte afbeelding (niet-transparante laag) als de originele afbeelding (die transparantie bevat) naar de nieuwe grotere afbeelding.
6. Lagen rangschikken: Verplaats de laag van de originele afbeelding met de transparantie onder de nieuw gemaakte afbeeldingslaag.
Methode 3:een laagmasker gebruiken (voor complexere scenario's)
Als u meer controle nodig heeft of als uw transparantie niet correct werkt, kunnen laagmaskers helpen:
1. Volg stap 1-3 van methode 1.
2. Voeg een laagmasker toe: Klik op de niet-transparante afbeeldingslaag op de knop 'Laagmasker toevoegen' onder aan het deelvenster Lagen. Kies "Wit (volledige dekking)" om te beginnen met een volledig dekkend masker.
3. Verf met zwart op het masker: Selecteer het laagmasker (klik op de witte rechthoek naast de laagminiatuur). Gebruik het zwarte penseel om gebieden te schilderen waar u de transparante afbeelding wilt laten doorschijnen. Zwart verbergt de laag en wit onthult deze.
Vergeet niet om uw werk regelmatig op te slaan, vooral als u met lagen werkt. Kies het juiste bestandsformaat (zoals PNG) om de transparantie te behouden bij het opslaan van uw uiteindelijke afbeelding. |