Fuzzing is een softwaretesttechniek die wordt gebruikt om bugs en kwetsbaarheden in softwareapplicaties te ontdekken door ongeldige, onverwachte of willekeurige gegevens als invoer te verstrekken. Fuzzing wordt gebruikt om te testen op:
- Invoervalidatiefouten :Fuzzing kan helpen bij het identificeren van omstandigheden waarin de toepassing er niet in slaagt ongeldige invoer correct te valideren of af te handelen, wat kan leiden tot crashes, beveiligingsproblemen of ander onverwacht gedrag.
- Geheugenfouten :Fuzzing kan omstandigheden detecteren waarbij de applicatie het geheugen verkeerd beheert, zoals bufferoverflows, use-after-free-fouten of dubbele vrijgaves, wat kan leiden tot beveiligingsmisbruik of applicatiecrashes.
- Over- en onderstroom van gehele getallen :Fuzzing kan gevallen aan het licht brengen waarin wiskundige bewerkingen in de toepassing kunnen resulteren in een overflow of underflow van gehele getallen, wat kan leiden tot onjuiste resultaten of crashes.
- Uitputting van hulpbronnen :Fuzzing kan omstandigheden identificeren waarin overmatig gebruik van hulpbronnen plaatsvindt als gevolg van slecht geoptimaliseerde algoritmen of oneindige lussen, wat resulteert in denial-of-service-aanvallen of uithongering van hulpbronnen.
- Gegevenscorruptie :Fuzzing kan scenario's blootleggen waarin onverwachte invoer corruptie van gevoelige gegevens veroorzaakt, wat leidt tot beveiligingsproblemen of inconsistent applicatiegedrag.
- Randgevallen :Fuzzing kan helpen uitzonderlijke omstandigheden of randgevallen te vinden die niet worden gedekt door traditionele testmethoden, waardoor uitgebreidere tests en een verbeterde robuustheid van de toepassing worden gegarandeerd. |