1. Doel: In een bestand worden gegevens opgeslagen (tekst, afbeeldingen, programma's, enz.), terwijl een map (of directory) bestanden ordent en groepeert. Mappen bevatten zelf niet direct gegevens; ze fungeren als containers.
2. Inhoud: Bestanden bevatten gegevens van een specifiek type, terwijl mappen bestanden en andere mappen bevatten.
3. Uitvoering: Bestanden kunnen worden uitgevoerd (zoals programmabestanden), terwijl mappen niet rechtstreeks kunnen worden uitgevoerd. U voert de *bestanden* uit binnen een map.
4. Grootte: Bestanden hebben een gedefinieerde grootte die de hoeveelheid gegevens weerspiegelt die ze opslaan. De grootte van een map is de som van de grootten van alle bestanden en submappen die deze bevat (de map heeft geen eigen grootte). |