Het woord ‘toepassing’ heeft een lange en ingewikkelde etymologie. Het is uiteindelijk afgeleid van het Latijnse woord 'applicare', wat 'toepassen' of 'vastmaken' betekent. Dit werkwoord had verschillende betekenissen die verband hielden met het voor een specifiek gebruik of doel gebruiken van iets.
In de loop van de tijd evolueerde de betekenis via het Oudfrans en het Middelengels naar de handeling van het praktisch gebruiken van iets, of het ding dat werd toegepast. Het gebruik ervan als zelfstandig naamwoord dat verwijst naar een formeel verzoek (zoals een sollicitatie) is eeuwen geleden gestold.
Het moderne begrip van 'toepassing' als een computerprogramma, of 'app', is een relatief recente evolutie. Hoewel het onderliggende concept van het toepassen van een stukje software op een specifieke taak er altijd is geweest, is de verkorte vorm en de alomtegenwoordige associatie met smartphones en andere mobiele apparaten een product van het einde van de 20e en het begin van de 21e eeuw. De betekenisverschuiving weerspiegelt de veranderende manier waarop we omgaan met technologie. |