Het scherm van een moderne televisie is gemaakt van Liquid Crystal Display (LCD) technologie. Hier is een uitsplitsing van zijn componenten:
* vloeibare kristallen: Dit zijn organische moleculen die kunnen worden uitgelijnd door een elektrisch veld. Ze zijn ingeklemd tussen twee polariserende filters.
* achtergrondverlichting: Een LED (lichtemitterende diode) of fluorescentielamp biedt de lichtbron achter het LCD -paneel.
* polariserende filters: Deze filters blokkeren lichtgolven behalve die welke in een specifieke richting zijn georiënteerd.
* kleurenfilter: Een laag kleurfilters (rood, groen en blauw) wordt voor het LCD -paneel geplaatst.
* glazen paneel: De gehele montage is ingekapseld in een glazen paneel voor bescherming.
Hoe het werkt:
1. De achtergrondverlichting schijnt door het LCD -paneel.
2. Wanneer een elektrische stroom op een specifieke pixel wordt aangebracht, lijnen de vloeibare kristallen zichzelf uit, waardoor licht erdoorheen kan gaan.
3. Wanneer er geen stroom wordt toegepast, worden de kristallen verkeerd uitgelijnd, waardoor licht wordt geblokkeerd.
4. De kleurfilters regelen de kleur van het licht dat door elke pixel gaat.
Andere soorten tv -schermen:
* plasma: Een dun, plat displaypaneel dat kleine cellen gebruikt gevuld met een mengsel van edelgassen. Een elektrische lading opwindt het gas, waardoor licht ontstaat. Plasma -tv's staan bekend om hun uitstekende contrastverhoudingen en levendige kleuren. Ze worden echter niet langer breed vervaardigd.
* OLED (organische lichtemitterende diode): Deze displays maken gebruik van zelfverdeligerende organische materialen, wat betekent dat elke pixel individueel kan worden ingeschakeld en uitgeschakeld, wat resulteert in perfecte zwarten en hoog contrast.
LCD -technologie is vandaag het meest voorkomende type televisiescherm, en biedt een balans tussen beeldkwaliteit, betaalbaarheid en energie -efficiëntie. |