Hier is een uitsplitsing van hoe een videobestand op uw scherm wordt weergegeven, het combineren van eenvoud en enkele technische details:
1. Het videobestand zelf:
* container: Stel je een videobestand voor als een container (bijv. .Mp4, .avi, .mkv). Binnenin bevat het afzonderlijke tracks voor video, audio en soms ondertitels.
* Video -track: Deze track bevat een reeks stilstaande afbeeldingen (frames) die snel wordt weergegeven om de illusie van beweging te creëren.
* Compressie: Videobestanden worden meestal gecomprimeerd (zoals het knijpen van een spons) om ze kleiner te maken voor opslag en streaming. Codecs (zoals H.264, HEVC) worden gebruikt voor deze compressie.
2. De video spelen:
* Softwarespeler: U hebt een programma (zoals VLC, Windows Media Player) nodig om de gecomprimeerde video- en audiogegevens te decoderen.
* Decodering: De speler leest de container, begrijpt de gebruikte codec en decomprimeert de video- en audiogegevens.
* framebuffer: De gedecodeerde frames worden tijdelijk opgeslagen in het geheugen van uw computer (RAM) in een gebied dat een framebuffer wordt genoemd.
3. Op het scherm weergeven:
* grafische kaart (GPU): Deze component in uw computer neemt de gedecodeerde frames uit de framebuffer.
* rendering: De GPU verwerkt de frames en voegt visuele effecten of aanpassingen toe (zoals helderheid/contrast).
* Signaal om te controleren: De GPU verzendt de verwerkte beeldgegevens als een elektronisch signaal naar uw monitor.
* Pixels verlichten: Uw monitor ontvangt dit signaal en vertaalt het in de verlichting van miljoenen kleine pixels, waardoor de bewegende afbeelding op het scherm wordt gecreëerd.
in eenvoudiger termen:
Stel je een flipbook voor. Elke pagina is als een frame in een video. De videospeler is alsof je de pagina's snel omdraait. Je ogen en hersenen zien dit als beweging. De computer doet iets soortgelijks, gewoon veel sneller en met geluid! |