1. Progressieve openbaarmaking
- Geleidelijk meer inhoud en details onthullen aan de gebruiker terwijl deze interactie heeft met de site, in plaats van hem te overweldigen met alle informatie in één keer.
2. Automatisch opslaan
- Slaat automatisch de voortgang van de gebruiker op terwijl hij typt, zodat hij zijn werk niet kwijtraakt als er een probleem is.
3. Slepen en neerzetten
- Hiermee kan de gebruiker elementen over de pagina of tussen pagina's verplaatsen door erop te klikken en ze te slepen.
4. Ajax (asynchrone JavaScript en XML)
- Helpt bij het creëren van dynamischere en interactievere webpagina's doordat de gebruiker met de pagina kan communiceren zonder de hele pagina te hoeven vernieuwen.
5. Pop-upvensters
- Kleine, afzonderlijke vensters die bovenaan het hoofdvenster verschijnen en doorgaans worden gebruikt om aanvullende informatie of functionaliteit te bieden.
6. Zweefeffecten
- Wanneer de muis van de gebruiker over een element op de pagina beweegt, verandert het element van uiterlijk of wordt aanvullende informatie weergegeven.
7. Animaties en overgangen
- Visuele effecten die de gebruikerservaring verbeteren en visuele feedback geven op gebruikersacties.
8. Parallax-scrollen
- Techniek die wordt gebruikt om een 3D-effect te creëren bij het scrollen van de pagina, waarbij de achtergrondelementen met een andere snelheid bewegen dan de voorgrondelementen.
9. Oneindig scrollen
- Laadt voortdurend meer inhoud terwijl de gebruiker naar beneden scrolt, waardoor er geen aparte pagina's of paginering nodig zijn.
10. Kleverige elementen
- Elementen op de pagina die op een vaste positie zichtbaar blijven, zelfs als de gebruiker door de pagina scrollt.
11. Hamburgermenu
- Opvouwbaar navigatiemenupictogram, meestal weergegeven door een horizontale stapel van drie lijnen, die uitvouwt om meer opties weer te geven wanneer erop wordt geklikt.
12. Chatbots
- AI-aangedreven virtuele assistenten die met gebruikers kunnen communiceren via gesprekken in natuurlijke taal, vaak met behulp van tekst- of stemgebaseerde interfaces.
13. Responsief ontwerp
- Techniek om ervoor te zorgen dat de website zich goed aanpast en weergeeft op verschillende apparaten, zoals desktopcomputers, laptops, tablets en smartphones.
14. Hittekaarten
- Gegevensvisualisaties die laten zien waar gebruikers het meest op een pagina klikken of interactie hebben, waardoor websiteontwerpers en marketeers het gedrag van gebruikers kunnen begrijpen en de bruikbaarheid kunnen verbeteren.
15. A/B-testen
- Methode voor het vergelijken van twee versies van een webpagina om te bepalen welke beter presteert, vaak gebruikt voor het testen van verschillende ontwerp- of inhoudselementen. |