Wanneer u een tekenbestand gebruikt (vermoedelijk verwijzend naar een vectorafbeeldingsbestand zoals .draw, .svg of iets dergelijks dat wordt gebruikt in programma's als Inkscape of andere vectoreditors), onthoud dan het volgende:
* Regelmatig opslaan: Vectorbestanden zijn over het algemeen kleiner dan rasterbestanden, maar het verliezen van niet-opgeslagen werk is nog steeds frustrerend. Ontwikkel de gewoonte om regelmatig uw voortgang op te slaan.
* Begrijp uw bestandsformaat: Verschillende tekenbestandsformaten hebben verschillende niveaus van compatibiliteit tussen verschillende software. Weet welk formaat uw doelapplicatie ondersteunt en sla indien nodig in dat formaat op. Sommige formaten bieden meer functies of betere compressie dan andere.
* Organisatie onderhouden: Als uw tekening complex is, gebruik dan effectief lagen en groepen om uw elementen georganiseerd te houden. Dit maakt het bewerken, selecteren en manipuleren van afzonderlijke onderdelen veel eenvoudiger.
* Schaal controleren: Vectorafbeeldingen schalen zonder kwaliteitsverlies, maar houd er rekening mee dat het schalen de tekstgrootte en lijndikte kan beïnvloeden. Mogelijk moet u deze elementen na het schalen aanpassen.
* Beheer bestandsgrootte: Hoewel vectoren bij het schalen geen kwaliteit verliezen, kunnen complexe bestanden met veel elementen en effecten toch groot worden. Overweeg om uw illustraties te vereenvoudigen als de bestandsgrootte een probleem wordt.
* Maak een back-up van uw bestanden: Het verliezen van een cruciaal ontwerp is verwoestend. Maak regelmatig een back-up van uw tekenbestanden naar een externe harde schijf of cloudopslag.
* Begrijp uw software: Verschillende vectorafbeeldingseditors hebben hun eigen eigenaardigheden en functies. Maak uzelf vertrouwd met de mogelijkheden en beperkingen van uw software om de beste resultaten te verkrijgen.
Deze punten zorgen ervoor dat u efficiënt werkt, gegevensverlies voorkomt en de best mogelijke illustraties maakt met uw tekenbestand. |