Er is geen enkele, universeel erkende naam voor een instructieformaat dat *uitsluitend* afbeeldingen gebruikt om taken te illustreren. Verschillende methoden en benaderingen vallen echter onder deze paraplu:
* Visuele instructies/visuele gidsen: Dit is een algemene term die al het instructiemateriaal omvat dat hoofdzakelijk gebruik maakt van afbeeldingen, diagrammen, foto's of illustraties om informatie over te brengen. Deze kunnen het volgende omvatten:
* Stroomdiagrammen: Gebruik vormen en pijlen om een reeks acties weer te geven. Hoewel ze tekstlabels kunnen bevatten, is de visuele stroom cruciaal.
* Procesdiagrammen: Vergelijkbaar met stroomdiagrammen, maar kunnen complexer zijn en meerdere parallelle of onderling verbonden processen tonen.
* Infografische gegevens: Ontworpen om informatie beknopt en visueel aantrekkelijk te presenteren, waarbij vaak afbeeldingen, pictogrammen en minimale tekst worden gecombineerd.
* Stapsgewijze handleidingen met afbeeldingen: Een serie afbeeldingen die elke stap in een proces tonen, vaak genummerd voor de duidelijkheid. Denk aan montage-instructies voor meubels.
* Iconografie: Gebruik van gestandaardiseerde symbolen (iconen) om acties of objecten weer te geven. Dit is gebruikelijk in software-interfaces en gebruikershandleidingen.
* Geanimeerde GIF's of video's: Bewegende beelden die een taak demonstreren en een dynamische visuele weergave bieden.
Het is belangrijk op te merken dat hoewel puur grafische instructies mogelijk zijn voor eenvoudige taken, deze zelden voldoende zijn voor complexe processen. De meest effectieve visuele instructiemethoden bevatten meestal *enkele* tekst, cijfers of andere niet-afbeeldingselementen om het begrip en de duidelijkheid te vergroten. De optimale balans tussen beeld en tekst hangt af van de complexiteit van de taak en de doelgroep. |