De belangrijkste rekenkundige bewerkingen die een computerprogramma kan uitvoeren zijn:
* Toevoeging (+): Het combineren van twee of meer getallen om hun som te vinden.
* Aftrekken (-): Het verschil tussen twee getallen vinden.
* Vermenigvuldigen (*): Herhaalde toevoeging; het product van twee of meer getallen vinden.
* Divisie (/): Een getal in gelijke delen splitsen; het quotiënt van twee getallen vinden.
* Module (%): Het vinden van de rest na deling. Dit wordt vaak gebruikt om te controleren op even/oneven getallen of om door een reeks te bladeren.
Hoewel dit de fundamentele bewerkingen zijn, bieden veel programmeertalen aanvullende rekenkundige mogelijkheden die hierop voortbouwen, zoals machtsverheffing (het verheffen van een getal tot een macht, vaak weergegeven als `**` of `^`), bitsgewijze bewerkingen (die werken op individuele bits van een getal) en complexere wiskundige functies die beschikbaar zijn via bibliotheken (zoals vierkantswortel, sinus, cosinus, enz.). Maar deze geavanceerde operaties zijn uiteindelijk opgebouwd uit de vijf hierboven genoemde basisoperaties. |