Bij computerprogrammering is een variabele een symbolische naam die een opslaglocatie in het computergeheugen vertegenwoordigt. Deze locatie bevat een waarde, die van verschillende typen kan zijn (zoals getallen, tekst of complexere gegevensstructuren). Zie het als een gelabelde container waarin u gegevens kunt plaatsen en later kunt ophalen.
Hier volgt een overzicht van de belangrijkste aspecten:
* Naam: U kiest een naam voor de variabele (bijvoorbeeld `age`, `userName`, `totalPrice`). Naamgevingsconventies variëren enigszins tussen programmeertalen, maar omvatten over het algemeen het gebruik van beschrijvende namen.
* Typ: Het type gegevens dat de variabele kan bevatten (bijvoorbeeld geheel getal, getal met drijvende komma, tekenreeks, Boolean). Het type bepaalt welk soort bewerkingen u op de variabele kunt uitvoeren. Sommige talen zijn dynamisch getypeerd (het type wordt tijdens runtime bepaald), terwijl andere statisch getypeerd zijn (het type wordt gedeclareerd wanneer u de variabele maakt).
* Waarde: De daadwerkelijke gegevens die zijn opgeslagen op de geheugenlocatie van de variabele. Deze waarde kan veranderen tijdens de uitvoering van het programma.
* Verklaring (in veel talen): Voordat u een variabele gebruikt, moet u deze vaak declareren, waarbij u de naam en soms het type opgeeft. Dit vertelt de compiler of tolk om er ruimte in het geheugen voor te reserveren.
Voorbeeld (Python - dynamisch getypt):
```python
age =30 # Declareert een variabele met de naam 'age' en kent hieraan de gehele waarde 30 toe
name ="Alice" # Declareert een variabele met de naam 'name' en wijst deze de tekenreekswaarde 'Alice' toe
isAdult =True # Declareert een variabele met de naam 'isAdult' en kent hieraan een Booleaanse waarde toe
```
Voorbeeld (C++ - statisch getypt):
```c++
int leeftijd =30; // Declareert een integer-variabele met de naam 'age'
std::string naam ="Alice"; // Declareert een stringvariabele met de naam 'name'
bool isAdult =waar; // Declareert een Booleaanse variabele met de naam 'isAdult'
```
In beide voorbeelden zijn 'leeftijd', 'naam' en 'isAdult' variabelen. Ze slaan verschillende soorten gegevens op en kunnen worden gebruikt in berekeningen of later in het programma aan de gebruiker worden weergegeven. Het belangrijkste idee is dat ze een manier bieden om te verwijzen naar gegevens die in het geheugen zijn opgeslagen zonder dat u het exacte geheugenadres hoeft te weten. Dit maakt programma's veel gemakkelijker te lezen, schrijven en onderhouden. |