De taal van hardware op een computer is geen enkele taal, maar eerder een combinatie van communicatieprotocollen op laag niveau en elektrische signalen .
Hier is een uitsplitsing:
* elektrische signalen: Op het meest fundamentele niveau communiceren computers via elektrische signalen. Deze signalen vertegenwoordigen 1S en 0s, de basis van binaire code.
* Communicatieprotocollen: Dit zijn sets van regels die bepalen hoe apparaten met elkaar omgaan. Enkele veel voorkomende protocollen die in hardware worden gebruikt, zijn onder meer:
* Busprotocollen: Deze bepalen hoe gegevens worden overgedragen tussen verschillende componenten binnen een computer, zoals het moederbord, de CPU en RAM. Voorbeelden zijn PCIE, SATA en USB.
* I/O -protocollen: Deze behandelen communicatie tussen de computer en externe apparaten, zoals toetsenborden, monitors en printers. Voorbeelden zijn PS/2, HDMI en Bluetooth.
* Netwerkprotocollen: Deze bepalen hoe computers verbinding maken met en communiceren via netwerken, zoals internet. Voorbeelden zijn TCP/IP, Ethernet en Wi-Fi.
Machinetaal:
Hoewel niet technisch gezien een taal, machinetaal is de set instructies die een CPU direct kan uitvoeren. Deze instructies worden weergegeven in binaire code en komen overeen met specifieke elektrische signalen die de bewerkingen van de CPU regelen. Programmeurs schrijven echter zelden rechtstreeks in de machinetaal.
Assemblagetaal:
Assemblagetaal is een programmeertaal op laag niveau die een meer door de mens leesbare manier biedt om machine-instructies te schrijven. Het is dichter bij de hardware dan talen op een hoger niveau zoals C ++ of Python.
Conclusie:
De taal van hardware is een complexe combinatie van elektrische signalen, protocollen op laag niveau en machinetaal. Hoewel mensen hier zelden rechtstreeks met deze fundamentele concepten met zich mee bezig zijn, is het cruciaal om te begrijpen hoe computers werken. |