Het is lastig om een enkele "eerste" standaard industriële computertaal te lokaliseren, omdat het veld in de begindagen snel evolueerde. Sommige sterke kanshebbers voor de titel zijn echter:
* FORTRAN (Formula Translator): Gevormd in het midden van de jaren 1950, is Fortran specifiek ontworpen voor wetenschappelijke en technische toepassingen. Het kreeg snel een wijdverbreide adoptie en werd tientallen jaren de dominante taal voor wetenschappelijk computergebruik. De invloed ervan wordt vandaag nog steeds gevoeld, met concepten uit Fortran die vele volgende talen inspireren.
* Cobol (gemeenschappelijke bedrijfsgerichte taal): Ook ontwikkeld in de late jaren 1950 werd COBOL gemaakt voor zakelijke gegevensverwerking. De focus op het omgaan met grote hoeveelheden gegevens en het produceren van rapporten maakte het al vele jaren de dominante taal voor zakelijke toepassingen.
* Algol (algoritmische taal): Algol was ontwikkeld in de late jaren 1950 en vroege jaren 1960 en was erop gericht een meer formele en gestructureerde taal te zijn dan zijn voorgangers. Het had een significante impact op de ontwikkeling van latere talen zoals Pascal en C, maar bereikte nooit de wijdverbreide acceptatie van Fortran of Cobol.
* Assemblagetalen: Deze talen op laag niveau, specifiek voor een bepaalde computerarchitectuur, werden in de begindagen van de computer veelvuldig gebruikt. Hoewel ze geen enkele standaard, maakten ze de weg vrij voor talen op een hoger niveau.
Uiteindelijk hangt welke taal als de "eerste standaard industriële computertaal" af van hoe u "standaard" en "industrie" definieert. Elk van deze talen had een grote impact op de ontwikkeling van computerprogrammering en werd op grote schaal gebruikt in het respectieve domein. |