Wanneer een pakket gemarkeerd met Differentiated Services Code Point (DSCP) een router passeert die alleen IP-voorrang ondersteunt, zal de router de DSCP-waarde toewijzen aan de overeenkomstige IP-voorrangswaarde. Deze toewijzing is gedefinieerd in RFC 2474 en luidt als volgt:
* DSCP 0-3:IP-prioriteit 0 (Routine)
* DSCP 4-7:IP-prioriteit 1 (prioriteit)
* DSCP 8-15:IP-prioriteit 2 (onmiddellijk)
* DSCP 16-23:IP-prioriteit 3 (Flash)
* DSCP 24-31:IP-prioriteit 4 (Flash Override)
Daarom zal een pakket met een DSCP-waarde van bijvoorbeeld 6 (wat overeenkomt met IP-prioriteit 1) door de router worden behandeld als een prioriteitspakket. De router zal het pakket een hogere prioriteit geven in het wachtrij- en planningsproces, wat betekent dat de kans groter is dat het snel en zonder vertraging wordt doorgestuurd.
Het is vermeldenswaard dat hoewel IP-prioriteit een veelgebruikt mechanisme is om verkeer in netwerken te prioriteren, DSCP een meer gedetailleerde en flexibele aanpak is. DSCP maakt een breder scala aan verkeersklassen mogelijk en biedt meer controle over de prioriteit van pakketten. Sommige oudere routers en netwerkapparaten ondersteunen echter mogelijk alleen IP-prioriteit. Daarom is de mapping tussen DSCP-waarden en IP-prioriteitwaarden belangrijk om de interoperabiliteit tussen verschillende netwerkcomponenten te garanderen. |