Draadloze apparaten die op een gedeeld netwerk werken, gebruiken verschillende protocollen en technieken om te bepalen wanneer informatie moet worden verzonden en om botsingen of conflicten te voorkomen. Een veelgebruikte aanpak heet Carrier Sense Multiple Access met botsingsvermijding (CSMA/CA) , dat veel wordt gebruikt in Wi-Fi-netwerken. Hier is een overzicht van hoe CSMA/CA werkt:
1. Dragerdetectie :Voordat er gegevens worden verzonden, luistert een draadloos apparaat naar het gedeelde netwerkmedium (meestal het draadloze kanaal) om te detecteren of een ander apparaat momenteel aan het verzenden is. Als het kanaal vrij is, gaat het apparaat door naar de volgende stap.
2. Willekeurige uitstel :Zelfs als het kanaal aanvankelijk vrij is, begint het apparaat niet onmiddellijk met zenden. In plaats daarvan wacht het een willekeurige hoeveelheid tijd voordat het probeert te verzenden. Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat meerdere apparaten niet tegelijkertijd beginnen te zenden, wat tot een botsing kan leiden.
3. Aanvaringen voorkomen :Na te hebben gewacht op de willekeurige uitstelperiode, luistert het apparaat opnieuw naar het kanaal. Als het detecteert dat een ander apparaat al aan het zenden is, stopt het en wacht het nog een willekeurige uitstelperiode voordat het opnieuw probeert te zenden.
4. Verzending :Zodra het apparaat geen ander apparaat detecteert dat zendt en op de uitstelperiode heeft gewacht, begint het met het verzenden van gegevens.
5. Botsingsdetectie :Tijdens het verzenden van gegevens luistert het apparaat ook naar eventuele botsingen. Als het een botsing detecteert (d.w.z. een ander apparaat begint tegelijkertijd te zenden), stopt het onmiddellijk de verzending.
6. Doorzending :Na het detecteren van een botsing wacht het apparaat een langere willekeurige uitstelperiode dan voorheen en probeert vervolgens opnieuw de gegevens te verzenden volgens hetzelfde CSMA/CA-proces.
Dit proces van het detecteren van het kanaal, het wachten op willekeurige back-off-intervallen en het voortdurend proberen te verzenden zonder botsingen te voorkomen, helpt het verkeer op het gedeelde netwerk te reguleren. Door deze richtlijnen te volgen kunnen meerdere draadloze apparaten hetzelfde medium efficiënt delen, waardoor het optreden van botsingen en gegevensverlies tot een minimum wordt beperkt.
Aanvullende mechanismen en protocollen, zoals bevestigingen (ACK's) en hertransmissies, worden ook gebruikt om betrouwbare en efficiënte communicatie in draadloze netwerken te garanderen. |