Sommige werkingsmodi voor blokcodering maken alleen gebruik van encryptie, omdat het decryptieproces eenvoudigweg kan worden bereikt door het encryptieproces in omgekeerde volgorde te gebruiken. Deze modi staan bekend als niet-inverterend modi. Enkele voorbeelden van niet-inverterende modi zijn de Electronic Codebook (ECB) -modus en de Cipher Block Chaining (CBC) -modus. In deze modi omvat het decoderingsproces het decoderen van elk blok cijfertekst met behulp van dezelfde sleutel die wordt gebruikt voor codering, in de omgekeerde volgorde van codering.
Andere blokcoderingsmodi, zoals de Counter-modus (CTR) en de Galois/Counter Mode-modus (GCM), gebruiken zowel codering als decodering in hun werking. Deze modi staan bekend als inverteren modi. In deze modi zijn de coderings- en decoderingsprocessen verschillend en omvatten ze verschillende wiskundige bewerkingen en sleutelgebruik. In de CTR-modus omvat het versleutelingsproces bijvoorbeeld het verhogen van een tellerwaarde en het vervolgens versleutelen van de tellerwaarde met behulp van een sleutel, terwijl het decoderingsproces het ontsleutelen van de cijfertekst met dezelfde sleutel omvat en vervolgens het verlagen van de tellerwaarde.
De specifieke reden waarom sommige modi zowel codering als decodering gebruiken, terwijl andere alleen codering gebruiken, hangt af van de wiskundige eigenschappen en het ontwerp van de specifieke modus. Niet-inverterende modi zijn eenvoudiger qua implementatie en bieden vaak een efficiënte decodering, omdat ze het coderingsproces direct kunnen omkeren. Ze kunnen echter beperkingen hebben op het gebied van beveiliging of foutpropagatie. Omgekeerde modi bieden daarentegen extra beveiligingsfuncties en robuustheid tegen bepaalde soorten aanvallen, maar kunnen een complexere implementatie en verwerking met zich meebrengen.
De keuze van de blokcoderingsmodus voor een bepaalde toepassing hangt af van verschillende factoren, waaronder het gewenste beveiligingsniveau, prestatieoverwegingen en de specifieke vereisten van de toepassing. Zowel de niet-inverterende als de inverterende modi hebben hun eigen voor- en nadelen, en de juiste modus wordt geselecteerd op basis van de specifieke behoeften en beperkingen van het systeem. |