Multiplexing en demultiplexing zijn fundamentele technieken die in de telecommunicatie worden gebruikt om meerdere signalen of datastromen efficiënt te combineren en te scheiden via één enkel communicatiekanaal of medium. Hier ziet u hoe multiplexing en demultiplexing worden toegepast in de telecommunicatie:
Multiplexen:
1. Frequentieverdelingsmultiplexing (FDM): Bij FDM worden meerdere signalen tegelijkertijd op verschillende frequenties op één kanaal verzonden. Elk signaal beslaat een specifieke frequentieband binnen het beschikbare spectrum. Filters aan de ontvangende kant scheiden de signalen op basis van hun frequentiecomponenten.
2. Tijdverdelingsmultiplexing (TDM): TDM combineert meerdere signalen door ze specifieke tijdslots op een gedeeld kanaal toe te wijzen. Aan elk signaal wordt een tijdslot toegewezen en de signalen worden opeenvolgend verzonden. Het ontvangende uiteinde synchroniseert met de tijdsleuven om de individuele signalen te scheiden en te reconstrueren.
3. Wavelength-Division Multiplexing (WDM): WDM wordt gebruikt in optische vezelcommunicatie en combineert meerdere optische signalen op verschillende golflengten op één enkele vezel. Optische filters of prisma's aan de ontvangende kant scheiden de signalen op basis van hun golflengte.
4. Code-Division Multiplexing (CDM): CDM wijst unieke spreidingscodes toe aan elk signaal, waardoor meerdere signalen tegelijkertijd op dezelfde frequentie en hetzelfde tijdslot kunnen worden verzonden. Aan de ontvangende kant worden de spreidingscodes gebruikt om de individuele signalen te scheiden en te decoderen.
Demultiplexen:
Aan de ontvangende kant van een communicatiesysteem wordt demultiplexing uitgevoerd om de individuele signalen te scheiden die door middel van multiplexing zijn gecombineerd. Het proces omvat:
1. Filteren: Bij FDM worden filters gebruikt om signalen te scheiden op basis van hun frequentiebereik.
2. Gating: In TDM worden poorten of schakelaars gebruikt om de tijdslots te selecteren die overeenkomen met elk signaal.
3. Prisma's of golflengtekiezers: Bij WDM scheiden prisma's of golflengteselectieve apparaten de optische signalen op basis van hun golflengten.
4. Ontspreiden: Bij CDM worden de spreidingscodes gebruikt om de individuele signalen te ontspreiden en te decoderen.
Door gebruik te maken van multiplextechnieken kunnen telecommunicatiesystemen efficiënt gebruik maken van de beschikbare bandbreedte of spectrum om meerdere signalen tegelijkertijd te verzenden. Dit vergroot de algehele capaciteit en efficiëntie van communicatiekanalen, waardoor de overdracht van spraak, data, video en andere informatie over lange afstanden mogelijk wordt. |