G3 en G4 verwijzen naar generaties mobiele netwerktechnologie. Ze vertegenwoordigen aanzienlijke verbeteringen in snelheid, capaciteit en functies:
* 3G (derde generatie): 3G-netwerken waren een grote sprong voorwaarts ten opzichte van 2G en boden aanzienlijk hogere datasnelheden dan hun voorgangers. Dit zorgde voor een betrouwbaardere mobiele internettoegang, waardoor diensten als mobiel surfen op het web, e-mail en standaard multimediatoepassingen mogelijk werden. Hoewel specifieke technologieën varieerden, waren UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) en CDMA2000 gangbare 3G-standaarden. Snelheden varieerden doorgaans van een paar honderd kilobits per seconde tot enkele megabits per seconde.
* 4G (vierde generatie): 4G-netwerken, voornamelijk gebaseerd op LTE (Long Term Evolution) en zijn opvolger LTE-Advanced, zorgden voor een substantiële toename in snelheid en capaciteit vergeleken met 3G. Dit maakte veel rijkere mobiele ervaringen mogelijk, waaronder high-definition videostreaming, online gaming en snellere downloads. 4G-snelheden varieerden doorgaans van enkele megabits per seconde tot enkele tientallen megabits per seconde. 4G verbeterde ook de latentie (de vertraging in de gegevensoverdracht), waardoor interactieve applicaties responsiever werden.
Het belangrijkste verschil is snelheid en capaciteit. 4G is aanzienlijk sneller en capabeler dan 3G en biedt een veel betere mobiele internetervaring. Hoewel 3G-netwerken in de meeste ontwikkelde landen grotendeels zijn uitgefaseerd, kunnen er in sommige plattelandsgebieden nog steeds overblijfselen bestaan. 4G blijft wijdverspreid, ook al wordt 5G steeds wijdverspreider. |