Een groep onderling verbonden computers die met elkaar delen zonder te vertrouwen op een centrale server, wordt een peer-to-peer (P2P) -netwerk genoemd .
Hier is hoe het werkt:
* gedecentraliseerd: In plaats van een enkele server als een centraal controlepunt, fungeert elke computer in het netwerk zowel een client als een server.
* Directe verbindingen: Computers maken direct verbinding met elkaar om bronnen zoals bestanden, gegevens of verwerkingskracht te delen.
* geen enkel faalpunt: Als een computer daalt, kan het netwerk nog steeds functioneren omdat er geen centrale server is om op te vertrouwen.
Voorbeelden van P2P -netwerken:
* Netwerken voor het delen van bestanden: Net als BitTorrent, waar gebruikers bestanden rechtstreeks met elkaar delen zonder te vertrouwen op een centrale server.
* Berichtentoepassingen: Sommige instant messaging -apps stellen gebruikers in staat om rechtstreeks met elkaar te communiceren en servers te omzeilen.
* Cryptocurrency -netwerken: Bitcoin en andere cryptocurrencies gebruiken P2P -netwerken om transacties te verifiëren en de blockchain te behouden.
Voordelen van P2P -netwerken:
* schaalbaarheid: Kunnen gemakkelijk uitbreiden naarmate meer computers lid worden van het netwerk.
* veerkracht: Meer bestand tegen storingen of aanvallen in vergelijking met gecentraliseerde netwerken.
* Verlaagde kosten: Geen behoefte aan dure servers of infrastructuur.
Nadelen van P2P -netwerken:
* Beveiligingsproblemen: Kwetsbaarder voor aanvallen zoals malware en datalekken.
* Beperkte bandbreedte: Het delen van bronnen via een P2P -netwerk kan traag en onbetrouwbaar zijn.
* moeilijk te beheren: Gebrek aan centrale controle maakt het een uitdaging om het netwerk te controleren en te beheren. |