Er zijn vijf Primaire data -transmissiemodellen in computernetwerken, vaak weergegeven door het OSI (Open Systems Interconnection) -model:
1. simplex: Gegevens stroomt in slechts één richting, van afzender tot ontvanger. Voorbeelden:radio -uitzending, tv -transmissie.
2. Half-duplex: Gegevensstromen in beide richtingen, maar slechts één richting tegelijk. Voorbeelden:walkietalkies, oudere draadloze netwerken.
3. full-duplex: Gegevensstromen in beide richtingen tegelijkertijd. Voorbeelden:moderne Ethernet -netwerken, telefoongesprekken.
4. Multiplexing: Dit is geen apart model, maar eerder een techniek waarbij meerdere gegevensstromen worden gecombineerd en over een enkel kanaal worden verzonden. Er zijn verschillende multiplexmethoden, waaronder:
* Frequentiedivisie multiplexing (FDM): Verdeelt het kanaal in frequentiebanden.
* Multiplexing voor tijdafdeling (TDM): Verdeelt het kanaal in tijdslots.
* Statistische tijdafdeling multiplexing (STDM): Net als TDM maar flexibeler, dynamisch slots toewijzen.
* Golvengte Division Multiplexing (WDM): Gebruikt in glasvezelnetwerken en een enkele optische drager in meerdere kanalen delen.
5. uitzending: Een enkel bericht wordt tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzonden. Voorbeelden:radio- en televisie -uitzendingen.
Het is belangrijk op te merken dat deze modellen conceptueel zijn en niet alle mogelijke netwerkscenario's omvatten. Peer-to-peer netwerken gebruiken bijvoorbeeld vaak een combinatie van modellen, afhankelijk van de specifieke communicatie. |