Die uitspraak klopt.
Classful netwerkadressering verdeelt IP-adressen in vijf klassen:A, B, C, D en E. Aan elke klasse wordt een reeks IP-adressen toegewezen, en de grootte van het netwerk dat kan worden gecreëerd met een bepaalde klasse IP-adressen wordt bepaald. door het aantal bits dat wordt gebruikt in het netwerkgedeelte van het IP-adres.
Classless inter-domain routing (CIDR) is een methode voor het toewijzen van IP-adressen die geen gebruik maakt van het traditionele, stijlvolle netwerkadresseringssysteem. In plaats daarvan gebruikt CIDR een subnetmasker met variabele lengte (VLSM) om de grootte van het netwerk op te geven dat met een bepaald IP-adres kan worden gemaakt.
Met CIDR is het mogelijk om netwerken van elke omvang te creëren, ongeacht de gebruikte klasse IP-adressen. Deze flexibiliteit maakt CIDR een efficiëntere en schaalbare manier om IP-adressen toe te wijzen dan klassieke netwerkadressering. |