Geclusterde systemen en gedistribueerde systemen zijn beide soorten computersystemen die bestaan uit meerdere computers die met elkaar zijn verbonden om als één systeem te werken. Er zijn echter enkele belangrijke verschillen tussen de twee soorten systemen.
Geclusterde systemen worden doorgaans gebruikt voor toepassingen met hoge beschikbaarheid, waarbij het belangrijk is dat het systeem beschikbaar blijft, zelfs als een of meer computers in het cluster uitvallen. Geclusterde systemen worden vaak gebruikt voor toepassingen zoals webservers, databaseservers en bestandsservers.
Gedistribueerde systemen worden doorgaans gebruikt voor toepassingen die hoge prestaties vereisen, zoals wetenschappelijk computergebruik, beeldverwerking en videobewerking. Gedistribueerde systemen worden vaak gebruikt voor toepassingen zoals weersvoorspellingen, klimaatmodellering en financiële simulaties.
Hier is een tabel met een samenvatting van de belangrijkste verschillen tussen geclusterde systemen en gedistribueerde systemen:
| Kenmerk | Geclusterde systemen | Gedistribueerde systemen |
|---|---|---|
| Doel | Hoge beschikbaarheid | Hoge prestaties |
| Typische toepassingen | Webservers, databaseservers, bestandsservers | Wetenschappelijk computergebruik, beeldverwerking, videobewerking |
| Aantal computers | Typisch klein (2-16) | Typisch groot (100-1000) |
| Locatie van computers | Meestal op dezelfde fysieke locatie | Meestal op verschillende fysieke locaties |
| Verbinding tussen computers | Typisch hogesnelheidsnetwerk | Typisch wide-area netwerk |
Over het algemeen zijn geclusterde systemen beter geschikt voor applicaties die een hoge beschikbaarheid vereisen, terwijl gedistribueerde systemen beter geschikt zijn voor applicaties die hoge prestaties vereisen. |