In computernetwerken zijn half-duplex en full-duplex twee verschillende communicatiemodi die bepalen hoe gegevens tussen apparaten worden verzonden. Hier is een uitleg van elk:
1. Half-duplex:
- Half-duplex is een communicatiemodus waarin apparaten gegevens kunnen verzenden en ontvangen, maar niet tegelijkertijd.
- Er kan slechts één apparaat tegelijk zenden en de andere apparaten moeten op hun beurt wachten.
- Half-duplexcommunicatie is vergelijkbaar met een walkietalkie, waarbij slechts één persoon tegelijk kan spreken.
- Om botsingen te voorkomen, gebruiken apparaten een protocol genaamd Carrier Sense Multiple Access with Collision Detection (CSMA/CD) om te luisteren naar activiteit op het netwerk voordat ze gegevens verzenden.
- Als een apparaat detecteert dat het netwerk bezet is, wacht het tot de overdracht is voltooid voordat het de gegevens verzendt.
- Half-duplex wordt vaak gebruikt in oudere netwerktechnologieën zoals Ethernet-hubs.
2. Full-duplex:
- Full-duplex is een communicatiemodus waarin apparaten tegelijkertijd gegevens kunnen verzenden en ontvangen, zonder enige beperking.
- Beide apparaten kunnen tegelijkertijd gegevens verzenden en ontvangen, zonder op elkaar te wachten.
- Full-duplexcommunicatie is als een telefoongesprek, waarbij beide mensen tegelijkertijd kunnen praten en luisteren.
- Om full-duplexcommunicatie mogelijk te maken, gebruiken apparaten switches in plaats van hubs. Switches werken op de datalinklaag (laag 2) van het OSI-model en kunnen gegevens op intelligente wijze doorsturen naar de beoogde ontvangers zonder risico op botsingen.
- Full-duplex wordt vaak gebruikt in moderne netwerktechnologieën zoals Ethernet-switches, Wi-Fi-netwerken en moderne netwerkkaarten.
- De meeste bekabelde en draadloze netwerkverbindingen werken tegenwoordig in full-duplexmodus, omdat dit snellere en efficiëntere communicatie biedt vergeleken met half-duplex. |