Een hub is een netwerkapparaat op de fysieke laag (OSI Layer 1) dat fungeert als centraal verbindingspunt voor apparaten in een netwerk. Het fungeert als een gecentraliseerde poort waarmee meerdere werkstations, servers, printers of hubs verbinding kunnen maken en met elkaar kunnen communiceren.
Zo werken hubs:
1. Centrale connectiviteit :Hubs hebben meerdere poorten waarmee meerdere apparaten verbinding kunnen maken. Deze poorten kunnen RJ-45 Ethernet-poorten of andere typen connectoren zijn.
2. Signaalherhaling :Wanneer een apparaat gegevens naar de hub verzendt, versterkt en regenereert de hub het signaal eenvoudigweg. Vervolgens stuurt het het versterkte signaal naar elke aangesloten poort, waardoor de gegevens effectief naar alle aangesloten apparaten worden uitgezonden.
3. Laag 1-bewerking :Hubs opereren op de fysieke laag van het Open Systems Interconnection (OSI)-model. Ze beheren de fysieke verzending en ontvangst van bits via het netwerk en zorgen ervoor dat signalen worden versterkt en correct opnieuw worden verzonden.
4. Afhandeling van botsingen :Hubs gebruiken een eenvoudig mechanisme genaamd "Carrier Sense Multiple Access with Collision Detection" (CSMA/CD) om databotsingen op het netwerk te voorkomen. Wanneer twee of meer apparaten tegelijkertijd gegevens proberen te verzenden, detecteert de hub de botsing en stopt de verzending tijdelijk. De apparaten wachten vervolgens een willekeurige periode voordat ze opnieuw proberen te verzenden.
5. Eenvoudig uitzendmodel :Hubs werken in een broadcastdomein, wat betekent dat alle gegevens die door elk aangesloten apparaat worden verzonden, naar elke poort worden verzonden en door alle aangesloten apparaten worden ontvangen. Door deze eenvoudige bediening zijn hubs eenvoudig te beheren en in te zetten.
6. Geen verkeersfiltering :Hubs voeren geen enkele vorm van pakketdoorsturen, schakelen of filteren van gegevens uit. Ze sturen zonder onderscheid al het ontvangen verkeer naar alle havens. Dit gedrag resulteert in meer netwerkverkeer, verminderde algehele prestaties en potentiële beveiligingsrisico's.
7. Oude technologie :Hubs werden in de beginfase van Ethernet-netwerken veel gebruikt vanwege hun eenvoud en betaalbaarheid. Naarmate de netwerktechnologie zich ontwikkelde, werden switches echter steeds populairder omdat ze meer functionaliteit en prestatievoordelen bieden ten opzichte van hubs.
In moderne netwerken zijn hubs grotendeels vervangen door geavanceerdere netwerkapparaten zoals switches en routers. Switches maken gebruik van speciale verwerkings- en doorstuurmogelijkheden om hogere prestaties en efficiëntie te bieden door de verkeersstroom intelligenter te controleren, terwijl routers extra functies uitvoeren, zoals verkeersroutering en netwerksegmentatie. |