Ja, het wijzigen van het beveiligingstype (bijvoorbeeld van WEP naar WPA2/3) of het specifieke coderingsalgoritme (bijvoorbeeld van TKIP naar AES) zou nog steeds moeten werken, *op voorwaarde dat uw apparaten het nieuwe beveiligingstype en algoritme ondersteunen*.
Hier is een meer gedetailleerd overzicht:
* Het wachtwoord wijzigen (zonder het beveiligingstype/algoritme te wijzigen): Dit is het meest voorkomende scenario. Als u alleen het wachtwoord (de sleutel die wordt gebruikt om de verbinding te coderen) van uw bestaande Wi-Fi-beveiligingstype (bijvoorbeeld WPA2-PSK met AES) wijzigt, functioneert uw Wi-Fi nog steeds zoals verwacht, maar moet u het wachtwoord bijwerken op alle apparaten die verbinding maken met het netwerk.
* Het beveiligingstype en/of het coderingsalgoritme wijzigen:
* WEP: Vermijd het gebruik van WEP. Het is heel oud en gemakkelijk te kraken.
* WPA (TKIP): Vermijd het gebruik van WPA met TKIP. Het wordt ook als verouderd en minder veilig beschouwd.
* WPA2 (AES): Dit is een goede keuze voor oudere apparaten die WPA3 niet ondersteunen.
* WPA3 (AES): Dit is de veiligste optie die beschikbaar is.
Als u overschakelt naar een moderner beveiligingstype (zoals WPA2 of WPA3), kunnen oudere apparaten mogelijk geen verbinding maken. Oudere apparaten ondersteunen mogelijk alleen WEP of WPA met TKIP.
Hoe u ervoor kunt zorgen dat het werkt:
1. Controleer de apparaatcompatibiliteit: Voordat u uw Wi-Fi-beveiligingsinstellingen wijzigt, controleert u de specificaties van al uw apparaten die verbinding maken met het netwerk (computers, telefoons, tablets, smart-tv's, gameconsoles, IoT-apparaten, enz.). Zorg ervoor dat ze het beveiligingstype en de codering ondersteunen die u wilt gebruiken (idealiter WPA2 of WPA3 met AES).
2. Routerconfiguratie: Log in op de configuratiepagina van uw Wi-Fi-router (meestal via een webbrowser met behulp van het IP-adres, de gebruikersnaam en het wachtwoord van de router). Zoek naar de draadloze beveiligingsinstellingen.
3. Selecteer een veilige optie: Kies indien mogelijk WPA2-PSK (AES) of WPA3-SAE (AES). Als u oudere apparaten moet ondersteunen, kunt u *misschien* de WPA2/WPA3 Transitional-modus overwegen. Het netwerk zal echter minder veilig zijn als het in deze modus draait.
4. Stel een sterk wachtwoord in: Gebruik een sterk, uniek wachtwoord (minimaal 12 tekens, met een combinatie van hoofdletters en kleine letters, cijfers en symbolen). Vermijd het gebruik van gemakkelijk te raden woorden of persoonlijke informatie.
5. Apparaatwachtwoorden bijwerken: Nadat u de beveiligingsinstellingen op uw router hebt gewijzigd, moet u het Wi-Fi-wachtwoord op al uw apparaten bijwerken. Ze zullen u om het nieuwe wachtwoord vragen wanneer ze proberen verbinding te maken met het netwerk.
Samengevat: Het wijzigen van uw Wi-Fi-beveiligingswachtwoord *zou* moeten werken, maar u moet ervoor zorgen dat uw apparaten de nieuwe beveiligingsinstellingen ondersteunen. Als dit niet het geval is, kunnen oudere apparaten geen verbinding meer maken met het netwerk. Voor een betere beveiliging wordt een upgrade naar een veiligere optie zoals WPA2 of WPA3 ten zeerste aanbevolen. |