Nee, niet alle protocollen hoeven standaard te zijn. Hoewel gestandaardiseerde protocollen aanzienlijke voordelen bieden, zoals interoperabiliteit en wijdverbreide acceptatie, bestaan er veel protocollen die:
* Eigendom: Ontwikkeld en gebruikt door één bedrijf of organisatie, vaak geheim gehouden of niet openbaar gedocumenteerd. Voorbeelden hiervan zijn interne communicatieprotocollen binnen een groot bedrijf. Deze ontberen de brede acceptatie en steun van standaarden.
* Aangepast/ad-hoc: Gemaakt voor een specifieke, beperkte toepassing of omgeving zonder een breder gebruik na te streven. Dit kan een kleinschalig communicatieprotocol zijn dat is ontwikkeld voor een bepaald onderzoeksproject of een op maat gemaakt apparaat.
* De facto normen: Deze worden veel gebruikt, maar hebben het formele standaardisatieproces niet ondergaan. Ze worden standaarden door wijdverbreide adoptie en acceptatie, in plaats van door een officiële aanduiding door een standaardorganisatie. De oorspronkelijke TCP/IP-protocolsuite was grotendeels een de facto standaard vóór formele standaardisatie-inspanningen.
Hoewel gestandaardiseerde protocollen over het algemeen de voorkeur genieten vanwege hun interoperabiliteit en betrouwbaarheid, bestaan er situaties waarin propriëtaire of aangepaste protocollen noodzakelijk of voordelig zijn. Hun beperkte reikwijdte betekent echter vaak dat ze minder herbruikbaar en draagbaar zijn. |