DOS (Disk Operating System) ondersteunt niet inherent netwerken omdat het werd ontworpen en ontwikkeld *voordat* netwerken een standaardfunctie van besturingssystemen werd. De kernfunctionaliteit was gericht op het beheren van bestanden en de directe interactie met hardware, en niet op de communicatie met andere computers.
Ter verduidelijking:
* Eerste DOS-versies (zoals DOS 1.0-3.x): Deze versies hadden absoluut geen ingebouwde netwerkmogelijkheden. Voor netwerken waren aparte, gespecialiseerde hardware en software van derden nodig. Vaak ging het hierbij om het gebruik van zaken als netwerkinterfacekaarten (NIC's) en afzonderlijke netwerkbesturingssystemen (NOS) zoals Novell NetWare.
* Latere DOS-versies (zoals DOS 6.x en hoger): Terwijl latere versies enige rudimentaire netwerkondersteuning begonnen te integreren via add-ons en stuurprogramma's, was deze nog steeds verre van geïntegreerd of zo robuust als wat je aantreft in moderne besturingssystemen zoals Windows, macOS of Linux. Zelfs toen werd netwerken doorgaans beheerd via afzonderlijke softwarepakketten, en niet als een kerncomponent van DOS zelf.
Kortom, de architectuur- en ontwerpfilosofie van DOS dateert van vóór de wijdverbreide adoptie van netwerken, waardoor het onpraktisch en moeilijk wordt om uitgebreide netwerkfunctionaliteit in de kern te integreren. Moderne besturingssystemen, die van de grond af aan zijn ontworpen met het oog op netwerken, zijn aanzienlijk verschillend. |