Een netwerkbeheerder kan beïnvloeden welke switch de rootbridge wordt in Spanning Tree Protocol (STP), voornamelijk door de Bridge Priority te manipuleren. en ten tweede de Bridge-ID .
Hier ziet u hoe:
* Brugprioriteit: Elke schakelaar heeft een configureerbare Bridge Priority-waarde. Dit is een numerieke waarde (meestal variërend van 0 tot 61440, in stappen van 4096). Een lagere waarde voor Brugprioriteit wint. De schakelaar met de laagste brugprioriteit wordt de rootbrug. Door een lagere bridge-prioriteit in te stellen voor de gewenste switch, zorgt de beheerder ervoor dat de kans groter is dat deze de root-bridge wordt.
* Bridge-ID: Als meerdere switches dezelfde Bridge Priority hebben, is de tiebreaker het MAC-adres van de switch (dat het onderste deel van de Bridge ID vormt). De switch met het numeriek lagere MAC-adres wordt de rootbridge. Hoewel een beheerder het MAC-adres niet rechtstreeks kan wijzigen, kan hij wel de uitkomst beïnvloeden door bij de eerste implementatie van het netwerk switches met lagere MAC-adressen te kiezen. Dit is minder betrouwbaar, omdat MAC-adressen vaak automatisch worden toegewezen. Bovendien staat schakelhardware over het algemeen geen manipulatie van MAC-adressen toe.
Samenvattend:De meest effectieve methode is het aanpassen van de Bridge Priority. Het MAC-adres is alleen relevant voor tie-breaking-scenario's. Het is belangrijk op te merken dat het wijzigen van de Bridge Priority zorgvuldig moet gebeuren en met een grondig begrip van de netwerktopologie, aangezien een onjuiste configuratie de connectiviteit kan verstoren. Het gebruik van een netwerkbeheersysteem helpt enorm bij het monitoren en beheren van deze configuratie. |