De functie Access-Point waarmee een netwerkbeheerder kan definiëren welk type gegevens het draadloze netwerk kan invoeren, wordt Access Control List (ACL) genoemd .
Hier is hoe ACL's in deze context werken:
* Filterregels: ACL's definiëren regels die specificeren welk verkeer is toegestaan of geblokkeerd op basis van criteria zoals:
* Bron- en bestemming IP -adressen: Verkeer uit specifieke netwerken toestaan of verkeer blokkeren uit specifieke bronnen.
* poortnummers: Toegang tot specifieke applicaties of services (bijv. HTTP, SSH, DNS) toestaan terwijl ze anderen blokkeren.
* protocollen: Het toestaan of weigeren van specifieke netwerkprotocollen zoals TCP of UDP.
* Mac -adressen: Toegang beheersen op basis van het fysieke adres van apparaten.
* handhaving: Het toegangspunt gebruikt deze regels om inkomend verkeer te inspecteren en het toe te staan of te blokkeren op basis van de ACL -instellingen.
* Beveiligingsvoordelen: ACL's verbeteren netwerkbeveiliging door:
* Voorkomen van ongeautoriseerde toegang: Verkeer blokkeren uit ongewenste bronnen of apparaten.
* Beperking van bandbreedtegebruik: Controle van de soorten verkeer die mogelijk is om de bandbreedte te besparen.
* Beveiligingsbeleid afdwingen: Zorgen voor naleving van organisatiespecifieke beveiligingsregels.
Door ACL's op een toegangspunt te configureren, kunnen beheerders een veiliger en gecontroleerde draadloze netwerkomgeving maken. |