De laag van het OSI-model dat zich bezighoudt met end-to-end berichtaflevering via een netwerk is de transportlaag (laag 4) .
Dit is waarom:
* de rol van de transportlaag: Deze laag is verantwoordelijk voor het bieden van betrouwbare, verbindingsgerichte communicatie tussen toepassingen op verschillende hosts. Het behandelt:
* Segmentatie: Grote berichten in kleinere pakketten breken.
* sequencing: Ervoor zorgen dat pakketten in de juiste volgorde aankomen.
* Foutcontrole: Verzendfouten detecteren en corrigeren.
* stroomregeling: Beheer van de snelheid van gegevensoverdracht om overbelasting te voorkomen.
* Verbindingsinstelling en beëindiging: Communicatiesessies opzetten en beëindigen.
* Andere lagen:
* Netwerklaag (laag 3): Behandelt logische adressering (IP -adressen), routering en pakket doorsturen tussen netwerken. Het garandeert geen end-to-end levering.
* sessielaag (laag 5): Beheert communicatiesessies tussen applicaties, maar richt zich op dialogen en synchronisatie, niet op het daadwerkelijke transport van gegevens.
* presentatielaag (laag 6): Behandelt gegevensopmaak en codering, gericht op hoe gegevens worden weergegeven, niet de levering ervan.
* Toepassingslaag (laag 7): Biedt services rechtstreeks aan applicaties, zoals bestandsoverdracht, e -mail en webbrowsen. Het beheert het onderliggende communicatieproces niet.
Samenvattend is de transportlaag de belangrijkste speler om te zorgen voor betrouwbare end-to-end levering van berichten via een netwerk. |