ifconfig (interfaceconfiguratie) is een opdrachtregelprogramma dat wordt gebruikt in Unix- en Linux-besturingssystemen om de netwerkinterfaceconfiguraties van een systeem te configureren en weer te geven. Het wordt gebruikt om IP-adressen toe te wijzen of te wijzigen, netwerkmaskers in te stellen en andere netwerkparameters voor bekabelde en draadloze netwerkinterfaces te configureren.
Hier zijn de kenmerken en toepassingen van ifconfig:
* Configuratie :ifconfig stelt u in staat verschillende netwerkinterface-instellingen te configureren, waaronder:
- IP-adressen:wijs de IP-adressen van netwerkinterfaces toe of wijzig deze.
- Netwerkmaskers:stel de subnetmaskers voor netwerkinterfaces in.
- Broadcast-adressen:configureer broadcast-adressen voor interfaces.
- Standaardgateways:geef standaardgateways op om netwerkverkeer te routeren.
- DNS-servers:configureer DNS-servers voor naamomzetting.
* Weergave :ifconfig kan worden gebruikt om informatie over netwerkinterfaces weer te geven, zoals:
- Interfacenamen:toon de namen van netwerkinterfaces (bijvoorbeeld eth0, wlan0).
- IP-adressen:geef de toegewezen IP-adressen voor elke interface weer.
- Netwerkmaskers:toon de subnetmaskers die aan interfaces zijn gekoppeld.
- MAC-adressen:geef de hardwareadressen (MAC-adressen) van netwerkinterfaces weer.
- Linkstatus:controleer of netwerkinterfaces omhoog of omlaag zijn.
- Linksnelheid:geef de huidige snelheid van netwerkinterfaces weer.
* Omhoog/Omlaag :ifconfig kan ook worden gebruikt om netwerkinterfaces omhoog of omlaag te brengen, waardoor hun netwerkconnectiviteit effectief wordt in- of uitgeschakeld.
ifconfig biedt een flexibele en op opdrachtregel gebaseerde aanpak voor het configureren en beheren van netwerkinterfaces op Unix- en Linux-systemen. |