De Real-modus is een CPU-bedrijfsmodus, voornamelijk te vinden in x86-processors, die een gesegmenteerd geheugenadresseringsschema biedt. Het wordt beschouwd als een ‘legacy’-modus omdat moderne besturingssystemen er niet rechtstreeks in draaien. Hier is een overzicht van de belangrijkste kenmerken met betrekking tot geheugen:
* Gesegmenteerd geheugen: De Real-modus maakt gebruik van een gesegmenteerde geheugenarchitectuur. Dit betekent dat geheugenadressen niet uit één getal bestaan, maar uit twee delen bestaan:een segmentselector en een offset. Het uiteindelijke fysieke adres wordt berekend als:`Fysiek adres =(Segmentkiezer * 16) + Offset`. De segmentselector heeft een waarde van 16 bits en de offset is ook 16 bits, waardoor het direct adresseerbare geheugen wordt beperkt tot 1 MB (64 KB segmenten * 16 segmenten).
* 1 MB adresruimte: Alleen de eerste 1 MB fysiek geheugen is direct adresseerbaar. Adressen groter dan 1 MB zijn niet toegankelijk in de echte modus.
* Fysieke geheugentoewijzing: Het toewijzen van segmenten aan fysiek geheugen is relatief eenvoudig in het eerste deel van de echte modus. Lagere geheugenadressen worden rechtstreeks toegewezen aan fysieke geheugenadressen. Er ontstaan echter complexiteiten in latere delen van de adresruimte als gevolg van de aard van het gesegmenteerde geheugen en mogelijke veranderingen in de geheugenafbeelding.
* Geen geheugenbeheereenheid (MMU): De MMU is niet actief in de echte modus. Dit betekent dat er geen geheugenbeveiliging is tussen verschillende programma's. Een programma dat in de echte modus draait, kan mogelijk het geheugen van een ander programma of zelfs het besturingssysteem zelf overschrijven. Dit gebrek aan geheugenbescherming is een groot beveiligingsprobleem.
* BIOS-gebruik: Het BIOS (Basic Input/Output System) werkt voornamelijk in de echte modus. Het systeem start op in de echte modus en het BIOS voert zijn initialisatietaken uit binnen deze omgeving voordat het de controle overdraagt aan een besturingssysteem (meestal aan een bootloader, die vervolgens het besturingssysteem laadt).
In het kort: De echte modus is een eenvoudige, maar onzekere en beperkte manier om geheugen aan te spreken. Het wordt voornamelijk gebruikt tijdens de allereerste stadia van het opstartproces. De eenvoud ervan maakte een eenvoudiger hardware- en softwareontwerp mogelijk in de begindagen van pc's, maar het gebrek aan geheugenbescherming en de beperkte adresruimte maken het ongeschikt voor moderne besturingssystemen. Moderne besturingssystemen draaien in de beschermde modus, wat een veel beter geheugenbeheer en beveiliging biedt. |