De twee primaire verantwoordelijkheden van de Ethernet Mac Sublayer zijn:
1. Fysieke adressering: De Mac Sublayer behandelt de unieke fysieke adressen (MAC -adressen) die zijn toegewezen aan elke netwerkinterfacekaart (NIC). Deze adressen worden gebruikt om individuele apparaten op het netwerk te identificeren en zijn essentieel voor het routeren van gegevenspakketten naar de juiste bestemming.
2. Gegevenslinklaaglaagframing: De Mac Sublayer is verantwoordelijk voor het inkapselen van datapakketten in frames, het toevoegen van de benodigde header- en trailer -informatie om betrouwbare transmissie over de fysieke laag mogelijk te maken. Dit omvat het toevoegen van de MAC -adressen van de bron en de bestemming, foutdetectiecodes en andere besturingsinformatie die nodig is voor gegevensoverdracht.
Deze twee functies zorgen ervoor dat gegevens betrouwbaar kunnen worden verzonden tussen apparaten op een gedeeld netwerk, waardoor communicatie tussen verschillende systemen kan worden aangesloten op hetzelfde Ethernet -netwerk. |