Modems en codecs zijn beide betrokken bij de gegevensoverdracht, maar ze vervullen heel verschillende functies:
* Modem (modulator-demodulator): Een modem vertaalt digitale gegevens (zoals de 1's en 0's die uw computer gebruikt) in een analoog signaal dat kan worden verzonden via een analoog medium zoals een telefoonlijn of kabeltelevisienetwerk. Aan de ontvangende kant demoduleert een ander modem het analoge signaal terug naar digitale gegevens. Zie het als een vertaler tussen de digitale wereld van computers en de analoge wereld van transmissielijnen. Modems worden steeds minder gebruikelijk naarmate digitale transmissiemethoden (zoals glasvezel en DSL) de overhand krijgen.
* Codec (coder-decoder): Een codec comprimeert en decomprimeert digitale gegevens. Het gaat helemaal niet om met analoge signalen. Het richt zich op het verkleinen van de grootte van digitale bestanden (audio, video, enz.) om ze gemakkelijker op te slaan, te verzenden of te streamen. Zie het als een gegevensverpakker en -uitpakker. Voorbeelden hiervan zijn MP3 (voor audio), H.264 (voor video) en vele andere. Codecs worden veelvuldig gebruikt in digitale media en communicatie.
Kortom:een modem verzorgt de vertaling tussen digitale en analoge signalen voor verzending via een fysiek medium. Een codec verzorgt de compressie en decompressie van digitale signalen voor efficiënte opslag en verzending. Ze zijn verschillend en worden vaak in combinatie gebruikt (een codec comprimeert bijvoorbeeld een videobestand, waarna een modem de gecomprimeerde gegevens via een telefoonlijn verzendt). |