Protocollen in de transportlaag zijn verantwoordelijk voor het coördineren en onderhouden van communicatie tussen twee knooppunten op het netwerk.
Dit is waarom:
* End-to-end communicatie: De transportlaag bevindt zich boven de netwerklaag, die routeringspakketten in het netwerk verwerkt. De transportlaag richt zich op het waarborgen van betrouwbare communicatie tussen toepassingen die op twee specifieke hosts worden uitgevoerd, ongeacht de complexiteit van het onderliggende netwerk.
* segmentatie en hermontage: De transportlaag breekt gegevens van applicaties in segmenten (of datagrammen) en voegt headerinformatie toe met poortnummers, sequentienummers en andere besturingsinformatie. Dit zorgt voor een goede montage van de gegevens op de bestemming.
* Foutregeling en stroomregeling: Transportprotocollen verwerken foutdetectie en correctie, waardoor gegevensintegriteit worden gewaarborgd. Ze beheren ook de gegevensstroom om te voorkomen dat de ontvangende host wordt overweldigd, waardoor efficiënte en soepele communicatie wordt gewaarborgd.
* Verbindingsgericht en verbindingloos: Sommige transportprotocollen (zoals TCP) leggen een verbinding tot stand tussen twee knooppunten vóór gegevensoverdracht, waardoor betrouwbare levering wordt gewaarborgd. Anderen (zoals UDP) zijn verbindingloos, verzenden gegevens zonder vooraf vastgestelde verbindingen, waardoor de snelheid prioriteit geeft aan betrouwbaarheid.
Voorbeelden van transportlaagprotocollen:
* TCP (transmissiecontroleprotocol): Een verbindingsgericht protocol dat betrouwbare, geordende afgifte van gegevens biedt.
* udp (User Datagram Protocol): Een verbindingsloos protocol dat prioriteit geeft aan snelheid boven betrouwbaarheid, geschikt voor toepassingen zoals videostreaming of online games.
Daarom is de transportlaag is de cruciale laag voor het coördineren en onderhouden van communicatie tussen twee knooppunten op een netwerk, waardoor de betrouwbare levering van gegevens voor verschillende applicaties wordt gewaarborgd. |