Het waargenomen tekort aan IPv4-adressen komt voort uit het feit dat het oorspronkelijke IPv4-adresseringsschema een aanzienlijk kleinere adresruimte had dan de groei van het internet vereiste. Specifiek:
* Beperkte adresruimte: IPv4 gebruikt 32 bits voor adressen, waardoor ongeveer 4,3 miljard unieke adressen mogelijk zijn (2
32
). Hoewel dit enorm leek in de begindagen van het internet, overtrof de explosieve groei van met internet verbonden apparaten (computers, smartphones, IoT-apparaten, enz.) deze capaciteit al snel.
* Verspillende adrestoewijzing: Vroege toewijzing van IP-adressen was niet altijd efficiënt. Er werden grote blokken toegewezen aan organisaties, waarvan er vele niet volledig werden benut. Bovendien droeg de hiërarchische aard van de adresruimte (waarbij grote netwerken grotere blokken nodig hebben) bij aan inefficiënt gebruik. NAT (Network Address Translation) hielp dit enigszins te verzachten, maar bracht complexiteit en beperkingen met zich mee.
* Groei van internet: De belangrijkste factor is het enorme aantal met internet verbonden apparaten. Miljarden apparaten hebben unieke IP-adressen nodig om te communiceren, en het oorspronkelijke IPv4-systeem had eenvoudigweg geen beschikbare adressen meer om toe te wijzen.
Kortom, het probleem is niet een totaal gebrek aan cijfers, maar een mismatch tussen de beperkte adresruimte van IPv4 en de exponentieel toenemende vraag naar unieke internetadressen. Dit is de reden waarom IPv6, met zijn veel grotere adresruimte (128 bits), werd ontwikkeld en geleidelijk wordt overgenomen. |