Een uniek MAC-adres wordt niet op dezelfde manier *toegewezen* als een IP-adres. In plaats daarvan wordt de kaart tijdens het productieproces permanent in de netwerkinterfacekaart (NIC) gebrand. Hier is een overzicht:
* Toewijzing van de fabrikant: Elke NIC-fabrikant krijgt van het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) een reeks MAC-adresvoorvoegsels toegewezen. Dit voorvoegsel identificeert de fabrikant.
* Incorporatie serienummer: De fabrikant neemt vervolgens een serienummer (of een soortgelijke unieke identificatie) op in het resterende deel van het MAC-adres. Dit zorgt ervoor dat elke NIC die door die fabrikant wordt geproduceerd een volledig uniek adres heeft, zelfs als ze van hetzelfde model zijn.
* Methoden voor het branden van het adres: Het MAC-adres wordt doorgaans op een van de volgende manieren in de firmware van de NIC geprogrammeerd:
* Masker-ROM: Historisch gezien was dit gebruikelijk. Het MAC-adres werd opgeslagen in een alleen-lezen geheugenchip (ROM) op de NIC.
* Flash-geheugen: Modernere NIC's gebruiken flash-geheugen, waardoor enige beperkte programmeerbaarheid mogelijk is (hoewel het MAC-adres meestal niet rechtstreeks kan worden gewijzigd).
* Handhaving van uniekheid: Het registratieproces van de IEEE en de interne procedures van de fabrikant zijn ontworpen om duplicatie van MAC-adressen te voorkomen.
In het kort: Het MAC-adres is in wezen een in de fabriek ingestelde identificatiecode die hard in de hardware zelf is gecodeerd. Normaal gesproken vraagt of ontvangt u deze niet; het maakt inherent deel uit van de identiteit van de NIC vanaf het moment dat het wordt geproduceerd. Hoewel sommige software het mogelijk maakt een MAC-adres te *spoofen* (tijdelijk te wijzigen), blijft het onderliggende hardware-MAC-adres ongewijzigd. |